Wanneer jij en je toeslagpartner allebei werken of studeren en je kind naar de opvang gaat, heb je misschien recht op kinderopvangtoeslag. Het komt regelmatig voor dat er gedurende het jaar iets verandert in je situatie en dat kan invloed hebben op je toeslag. Vier tips om ervoor te zorgen dat jij niet te veel of te weinig kinderopvangtoeslag krijgt.
Tip 1: Bereken je inkomen op de juiste manier
Wie kinderopvangtoeslag aanvraagt, moet zijn of haar inkomen doorgeven. Want hoeveel toeslag je krijgt, hangt onder meer af van hoeveel je verdient. Als je in loondienst bent, is de berekening vrij eenvoudig. Je kunt hiervoor derekenhulp op toeslagen.nl gebruiken. Voor bijvoorbeeld ondernemers, zzp’ers of flexwerkers is het een stuk lastiger om in te schatten wat je gaat verdienen in een jaar. Maak een zo accuraat mogelijke schatting – check bijvoorbeeld hoeveel je in de jaren hiervoor gemiddeld hebt gewerkt en verdiend – en vergeet vooral niet tip 2 op te volgen!
Tip 2: Check regelmatig of je gegevens nog kloppen
In een jaar kan er veel veranderen. Zeker als je een wisselend inkomen hebt of bijvoorbeeld van baan (en inkomen) wisselt en meer of minder opvang voor je kind nodig hebt. Check daarom elk kwartaal even inMijn toeslagen op toeslagen.nl of via deapp Kinderopvangtoeslag of je gegevens nog actueel zijn, of je nu zelfstandige bent of in loondienst. Zet een reminder in je agenda, zodat je het niet vergeet. Klopt er iets niet? Pas je gegevens dan meteen aan.
Tip 3: Realiseer je dat de kinderopvangtoeslag een voorschot is
Als je kind naar de crèche of buitenschoolse opvang gaat, maak je natuurlijk vooraf een berekening om te zien wat het jou netto gaat kosten. Toch is het goed om je te realiseren dat kinderopvangtoeslag een voorschot betreft. Het bedrag hangt af van hoe je situatie er naar verwachting uitziet. Een verandering in die situatie kan invloed hebben op het uiteindelijke bedrag waarop je recht hebt.
Tip 4: Zet de toeslag op tijd stop
Gaan je kinderen niet meer naar de opvang? Dan moet je dat meteen doorgeven, zodat de kinderopvangtoeslag op tijd stopt. Let op: verlies je je baan? Zet je kinderopvangtoeslag dan niet meteen stop. Je hebt in elk geval nog drie maanden nadat je je baan bent verloren recht op kinderopvangtoeslag. Dat geeft je de ruimte om eventueel nieuw werk te vinden. Geef wel meteen door dat je geen werk meer hebt. En check dan direct hier wanneer je de toeslag wél moet stopzetten.
Kort samengevat:
Verandert er iets in je situatie? Bijvoorbeeld in je inkomen of in het aantal opvanguren dat je afneemt? Dan heeft dat invloed op je kinderopvangtoeslag. Geef wijzigingen meteen door via Mijn toeslagen op toeslagen.nl of gebruik de app Kinderopvangtoeslag. Dan ontvang je de toeslag waar je recht op hebt. Niet te veel en niet te weinig.
Meer weten? Ga naar toeslagen.nl/kinderopvangtoeslag